[ Pobierz całość w formacie PDF ]
.’ Ze had blauwe kringen onder haar ogen.Voortdurend was er lawaai op de gang, gestamp en gekraak boven haar hoofd en was de badkamer bezet.Natuurlijk had ze ermee ingestemd om haar mooie, ruime kamer aan de voorkant te verruilen voor een zijkamertje.Er was tenslotte een ramp gaande, mensen moesten worden geholpen.Maar er was een grens.Dat die Julia de boel hier op stelten kwam zetten, was onacceptabel.Alsof de wereld om háár draaide.Had zij zich in dat Friese ziekenhuis onhandelbaar gedragen? Was zij ’s nachts over de gangen gaan spoken toen Koen met een infuus aan zijn lijfje in totale afzondering had gelegen? Nee.Ze had haar zonden beleden, zich geschikt in haar lot, en het aan Gods wijsheid overgelaten.Dat zou Julia ook moeten doen.Rutus huiverde in de kille, grijze ochtend.Hij miste zijn jas.‘Ik ga onze spullen wel even halen.Dan beginnen we daarna met zoeken,’ zei hij.Hij had geen idee hoe dat eruit zou moeten zien, dat zoeken.In de buurt gaan rondvragen, en dan in steeds grotere cirkels het gebied vergroten? Het klonk als een slagvaardige, militaire strategie.Het probleem was alleen dat ze maar met z’n tweeën waren.Hij zag als een berg op tegen deze dag.‘Ik hoef niet meer te zoeken.Hij is hier.’ Julia ijsbeerde geagiteerd heen en weer.Rutus kreunde in stilte.Ze bleef staan.‘Ik heb hem gehoord.Echt waar.’Hij gaf geen antwoord.Het was hier, op dit terras, op deze winderige, gure februariochtend dat hij voor het eerst serieus begon te twijfelen aan haar verstand.Het was een andere twijfel dan in het begin op de basis in Gilze.Toen was ze overduidelijk in de war geweest, in shock wellicht, maar ze had zich hersteld toen ze begreep waar ze was en wat er was gebeurd.En hij had gezien hoe een chaotisch, getraumatiseerd meisje een machine werd die zich door niets zou laten tegenhouden.Maar dit was anders.Hier stond een vrouw die veel ernstiger de weg kwijt was.‘Julia,’ begon hij, maar met een geïrriteerd handgebaar legde ze hem het zwijgen op.‘Jij denkt dat ik het me verbeeld heb.’‘Nee,’ zei hij rustig, ‘dat denk ik niet.’‘O.Maar…’ Ze was uit evenwicht gebracht, had iets anders verwacht.‘Ik geloof dat je hem echt hebt horen huilen vannacht.’‘Meen je dat?’Rutus knikte.Haar reserve verdween, ze kwam naast hem zitten.‘Weet je, ik heb er de hele nacht aan liggen denken.Je kunt natuurlijk zo erg naar iets verlangen dat je…’‘Het vanzelf gaat horen,’ vulde hij aan.‘Precies.’‘Het is heel normaal.’‘Wat?’‘Dat je dan dingen gaat horen.’Julia viel even stil.Haar hersenen werkten op volle toeren.Was Rutus het nou met haar eens of juist niet? ‘Ik bedoel,’ zei ze, ‘ik begrijp dat je je iets kunt verbeelden.’‘Ja.’‘Maar dat was het niet.Het was wérkelijk.’‘Het vóelde werkelijk,’ zei hij.Ze stond langzaam op.Ze had zich vergist.Rutus geloofde haar niet.Hij deed alsof ze niet goed bij haar hoofd was.‘Luister,’ zei ze.‘Ik ben niet gek.Ik weet waar ik het over heb.’‘Natuurlijk weet je dat.’Ze keerde zich om, wilde niet dat hij de tranen in haar ogen zag.Hij behandelde haar als een patiënt.Godverdomme.‘Soms is de grens tussen werkelijkheid en fantasie helemaal verdwenen,’ zei hij tegen haar rug.Julia schudde haar hoofd, wilde niet meer luisteren.Rutus was overgelopen naar de tegenpartij.Hij hoorde nu bij het gespuis uit het hotel.‘Ik laat je niet in de steek hoor, daar hoef je niet bang voor te zijn.’Maar Julia hoorde hem al niet meer.Er kwam iemand de terrastrap op die ze goed kende.‘Ik weet waar hij is,’ zei Diewer.9Opeens waren de rollen anders verdeeld.Niet langer was Rutus steun, toeverlaat, sterke schouder, redder en plunjezakdrager.Hij werd naar boven gestuurd om de spullen te halen.Twee keer door een gang vol afwijzende en vijandige gezichten.Toen hij buitenkwam, keurde Julia hem geen blik waardig.Haar schip lag inmiddels aan een ander anker.Ze stond met Diewer op het terras, hetzelfde terras waar hij haar het hele voorjaar in zijn zondagse pak zwetend en zwijgend het hof had gemaakt.Ze stonden op dezelfde tegels, maar het firmament om hen heen was een kwartslag gedraaid.Ze praatten met elkaar in korte zinnetjes, maten de letters secuur af.Beiden hielden ze een voet op de rem, ze wilden voorkomen dat de woorden met hen op de loop gingen en er dingen werden gezegd waar nu geen tijd voor was.Diewer wist dus waar Ernst was.Een van zijn vissersmaten had het hem verteld.Zondagmorgen vroeg had iemand bij een ingestorte boerderij aan de Polderdijk een baby gevonden in een koffer.‘Ja?’ Julia’s gezicht was verkrampt in concentratie.‘Dat is alles.’‘Huilde hij?’‘Ik weet het niet.’‘Hij leeft.Ja toch? Hij leeft.’‘Ik weet het niet.Ik denk het.’‘Wie heeft hem gevonden?’‘De zoon van de sluiswachter.Hij heet Job, geloof ik.’‘Waar woont-ie?’‘In Kouwerve.’En weg was Julia.Ze keek niet of iemand haar volgde.Zonder jas rende ze de terrastrap af.Rutus mikte de spullen in de koffer van de Holland-Amerika Lijn, trok vloekend zijn vochtige legerjas aan.Er was geen overleg over de route, wat ze mee moesten nemen, hoe lang ze onderweg zouden zijn.Zelfs niet over de betrouwbaarheid van Diewers informatie.Ze ging gewoon.En hij moest erachteraan.De twee mannen op het terras keken elkaar ongemakkelijk aan.‘Jij bent dus de vader,’ zei Rutus.De ander stak zijn hand uit.‘Diewer.’‘Rutus.’Een wederzijdse halve grijns.Ze keken in de richting waar Julia verdwenen was.Werd vanaf nu de vader geacht haar achterna te gaan, en was de gelegenheidsredder ontslagen van zijn verplichtingen?Maar Diewer maakte geen aanstalten om in actie te komen.Rutus vroeg zich af wat Julia in godsnaam in deze verlegen slungel had gezien.Misschien wist ze dat zelf ook niet.Onderweg had ze nergens de indruk gewekt dat er een man in haar leven was, en eerlijk gezegd had hij het idee gehad dat de vader van Ernst niet bestond, dat hij was overleden of verdampt in de ruimte, zo totaal afwezig was hij geweest in haar woorden.Wellicht was het dus helemaal niet de bedoeling dat de vader hier de moeder achternaging
[ Pobierz całość w formacie PDF ]