[ Pobierz całość w formacie PDF ]
.‘Ja maar jij zou rijden, je zei nog, ‘ik ben Bob’, ik hoor het je nog zo zeggen…’‘Ha, ha!’ Ik gooi mijn kussen naar het hoofd van Sasha.‘Die heb ik lang niet meer gehoord.’ Een SMS’je trilt de slaapkamer in.Het is de mijne.‘Otto!’ roept Sasha meteen.Onmogelijk.Afzender: Otto—Tijdstip: 10:47Ga straks naar de Rijksmuseumshop op Schiphol en volg de instructiesIk lees de SMS hardop voor.Ik spring op en begin druk mijn spullen te verzamelen.Sasha blijft nog wat langer heeft ze besloten, ze vliegt als stewardess toch bijna gratis.Gelukkig vertrek ik vandaag, want ik moet dringend naar de Rijksmuseumshop op Schiphol.De rit naar het vliegveld duurt eindeloos.Ik draai ‘Ik wil alleen maar zwemmen’ honderd keer op mijn iPod.Het voelt alsof Otto in mijn oor fluistert in plaats van Spinvis: ‘Hé, ik heb geen probleem, ik heb alles gefikst’.Had je alles maar gefikst, Otto.Als het vliegtuig landt op Schiphol en de slurf aan de zijkant van het vliegtuig wordt bevestigd, sta ik al bij de deur.De stewardess loopt langzaam door haar keukentje.Doe die deur nou maar open, Mamaloe.Bevrijd uit het vliegtuig, loop ik zomaar een willekeurige kant op.Waar is de Rijksmuseumshop? De borden maken me niet veel wijzer.Waar ben ik? Gate B 27.De enige borden die ik zie, zijn de borden richting de bagagehal.Terwijl ik om drentelende toeristen met koffers heen zigzag, zie ik in de verte een informatiestandje.Bingo.Ik gris naast de balie een kaartje uit een rek en zoek in de legenda de Rijksmuseum-shop.Holland Boulevard.Tussen de E en F pier.Opgelucht loop ik langs de Starbucks.Hier naar links volgens de kaart.Als ik opkijk zie ik een paspoortcontrole.Hier kan het niet zijn.Ik loop weer terug naar de Starbucks en neem de rechtergang.Opnieuw een rij controlebalies.Ik bekijk de kaart nog eens goed en zoek wat de rode stippellijntjes betekenen: paspoortcontrole.Ai.‘Aan de andere kant van de controle bevindt zich het intercontinentale gedeelte van Schiphol, voor passagiers die buiten Europa vliegen.U bent nu in het Europese gedeelte’, vertelt de baliemedewerkster me.Shit.Ik hou mijn paspoort gereed en sluit aan in de rij.Hoe kom ik door deze controle heen? Eigenlijk moet je dan een transferticket hebben.De familie voor me wordt grondig gecontroleerd.Hoe lang zou ik eigenlijk de tijd hebben voordat mijn bagage van de band wordt gehaald? Eindelijk ben ik aan de beurt.Een marechaussee met een lichtblauwe blouse en een snor kijkt naar mijn ticket.‘Uw vertrekticket alstublieft.’‘Heb ik niet’, zeg ik vrolijk.‘De aankomsthallen zijn beneden, mevrouw.U bent verkeerd.U kunt daar naar beneden.’ Hij wijst vriendelijk naar de gang achter me en geeft mijn paspoort terug.‘Dat weet ik, meneer, maar ik moet toch echt hier zijn.’‘Stapt u over? Heeft u uw transferticket bij de hand?’ Hij kijkt me vriendelijk aan.‘Nee, meneer.Ik ben al thuis.Ik moet in de Rijksmuseumshop zijn.’‘Dat gaat niet, mevrouw.Helaas.Maar er is een prachtig Rijksmuseum in de binnenstad van Amsterdam.Ze zijn aan het verbouwen, maar er is nog steeds een behoorlijke collectie te zien.’Hij kijkt langs me heen en wil de volgende reizigers gaan helpen.Ik blijf resoluut staan voor zijn balie.Ik raak in paniek.Ik moet dat pakketje vinden.Marechaussee of geen marechaussee.‘Maar meneer, ik moet er naar toe.Er ligt een pakketje.’ Mijn stem slaat over.De man draait aan zijn snor.‘Een man heeft een pakketje achtergelaten.Het ligt in het museum.Een pakketje.Ik moet er heen.Het is belangrijk!’, zeg ik met een hoog, paniekerig stemmetje.De marechaussee kijkt me ineens verontrust aan en zegt hard en langzaam:‘Van wie is precies dat pakketje, mevrouw.Wat zit er exact in en waar bevindt zich dat pakketje?’ Hij pakt zijn walkie talkie.Laat me er nou verdorie door.‘Eh, weet ik veel, een man met een baard, zo’n lange baard.’‘Waar is de eigenaar van het pakketje?’‘Hij zit in het vliegtuig naar Amerika, die is al weg, maar ik moet er zelf dus nog heen.’‘Assistentie, balie 27, code Driehoek’, sist hij in zijn microfoontje.Als ik nu dat pakketje niet ophaal, dan zal toch ooit mijn bagage van de band worden gehaald.‘Ik heb niet zoveel tijd, meneer.’‘Dat begrijp ik, mevrouw, we nemen uw vraag zeer serieus.’ Twee marechaussees komen aangesneld.Met z’n drieën staan ze om me heen.Een vierde dirigeert de passagiers achter mij naar andere rijen.‘Deze mevrouw geeft melding van een verdacht pakketje met onbekende inhoud in de Rijksmuseumshop’, zegt de snor tegen zijn collega’s.De mannen kijken me bezorgd aan.Verdacht?‘De inhoud van dat pakketje, mevrouw, waar moeten we aan denken?’ Ik denk diep na.Jeetje, wat een vragen.‘Ja, weet ik veel, wat stop je in een pakketje? Hartjes? Briefjes? Snoepjes? Cadeautjes?’De twee nieuwe marechaussees beginnen heel hard te lachen.Ze slaan mijn besnorde marechaussee op zijn schouder.‘Nou, Hartman, je redt het wel alleen, hè?’Hij kan er echter niet om lachen.Hij zit achter de balie met zijn armen over elkaar.Zijn snor nog steeds kaarsrecht.Ik kijk hem smekend en met pruillip aan.‘Helaas, ik kan niets voor u doen, mevrouw.’In paniek kijk ik om me heen.Misschien krijg ik wel HELE BELANGRIJKE informatie van Otto.Misschien wil hij me wel vertellen dat hij…Ik voel een brok in mijn keel.Ik heb mezelf beloofd deze tactiek nooit, maar dan ook nooit meer toe te passen, maar dit is een noodgeval.Ik concentreer me.Ik pers.Ik knijp.Ik transporteer het weeë gevoel in mijn maag omhoog naar mijn borst.Mijn lip begint te trillen.Dood konijn Pipi.Lieve opa, verdriet van oma.Zinloos geweld.Mishandelde zeehondjes.SP grootste partij van Nederland.Sanne’s kersverse man gaat vreemd.Honger in Afrika.Heel veel honger, AIDS, komt u maar.‘Maar meneeheer, het is echt heeheel belangrijk’, panikeer ik op mijn allerhysterischt.Hij zucht diep, maar zijn mond en snor ontdooien.Mannen zijn echt allemaal hetzelfde.Hij heeft nu nog alleen een zetje nodig.Mijn lip blijft trillen als ik bijzonder ongelukkig kijk en ik haal mijn neus zachtjes, maar dramatisch op.‘Ik ben even deze dame escorteren naar de uitgang’, zegt hij tegen de kale marechaussee naast hem.Hij stapt zijn balie uit en loopt voor me uit.Shit, de uitgang? Met deze waakhond om me heen, kom ik nooit meer in de Rijksmuseumshop.Snotterend dribbel ik achter hem aan.Maar in plaats van naar de bagagehal, neemt hij me mee door de douane, tot voor de kassa van de Rijksmuseumshop.Streng kijkt hij me aan.Dankbaar kijk ik terug.‘Bedankt, hè, meneer, heel erg…U weet niet hoe blij u me hiermee…’‘En nou opschieten’, zegt hij nors en hij stapt wijdbeens en kordaat weer terug naar zijn controlepost.Achter de kassa staat een jong meisje met veel te veel make–up.Verveeld vijlt ze haar nagels.‘Ik kom iets ophalen’, zeg ik hard, om haar uit haar concentratie te halen.‘Wat voor iets, mevrouw, een kunstwerk?’Ze kijkt me chagrijnig aan.‘Nou nee, dat weet ik niet.Zou kunnen.Iets.Een man met een baard.’ Schiet nou op, mens.‘U komt een kunstwerk van een man met een baard ophalen? Vincent van Gogh, bedoelt u misschien?’, zegt ze spottend.‘Nee.Iets anders.Een brief misschien?’‘Wat is uw naam? Dan kijk ik even in het logboek.’‘Bobby van Kesteren.’ Ze kijkt me verbaasd aan.‘Ah ja, hier staat het.Maar u heeft geen rood haar.’‘Ja, nee.Dat zeg ik ook altijd.’‘Oké
[ Pobierz całość w formacie PDF ]