[ Pobierz całość w formacie PDF ]
.Stapels cassettes van vrouwen met lage stemmen heeft zijn vader.Ria heeft ook een lage stem.Dat is het mooist aan haar, vindt Jasper, haar stem.‘Wat heb je daar voor muziek?’ zijn moeder steekt haar hoofd om zijn deur die open staat.‘Van papa,’ zegt Jasper.‘Zwijmelmuziek,’ zegt zijn moeder spottend, en ze schudt haar hoofd.‘Da’s toch niks voor een kind.’Jasper doet of hij haar niet hoort.Hij is trots.Zo, dit is muziek voor mannen, denkt hij.Zijn vader vindt hem een echte man, natuurlijk.Laat z’n moeder maar praten.Die snapt er toch niets van.De volgende ochtend, bij het ontbijt, zegt zijn moeder: ‘Vergeet het cadeautje niet.’ Ze overhandigt hem een pakje in een blauw glanspapiertje met een rose lintje eromheen.De twee eindjes van het lintje krullen vrolijk en trillen als hij het pakje beweegt.‘Maak er een mooie tekening bij,’ stelt zijn moeder voor, ‘dat zal je juffrouw erg leuk vinden.’Nee, geen denken aan, weet Jasper.Dan krijg je meteen opmerkingen.Nee, een saaie asbak is precies goed.Eigenlijk is de verpakking al veel te opvallend.Onderweg naar school tast Jasper met zijn stevige witte vingers het hele pakje af.Iedere keer als hij de gekrulde uiteinden van het rose lintje ziet opwippen wordt hij bezorgder.Het is te vrolijk, zo’n lintje.Het is te mooi.Het ziet er zo verliefd uit, twee van die krullen die op en neer dansen.Ik haal het lint eraf, besluit hij.Dat gooi ik weg.Papier alleen is goed genoeg.Een man geeft geen domme krullintjes.Het is niet gemakkelijk het lint te verwijderen.Als hij het eindelijk van het pakje heeft getrokken ontdekt hij dat het pakje niet met plakband is vastgezet.Het papier hangt los.Jasper houdt het pakje stevig tussen zijn duim en wijsvinger geklemd.Wat voor asbak zou het zijn? Hij kan nu rustig even kijken.Het papier zit toch los.Voorzichtig opent hij het papier.Rose.De asbak is rose.Nog verder vouwt hij het papier opzij.En dan wordt hij bleek van schrik.Hoe heeft zijn moeder dat kunnen doen? Is ze nu helemaal gek geworden?De asbak heeft de vorm van een hart.Hij is misschien wat platter., een modern hart zou je kunnen zeggen, maar het is en blijft een hart.Dat ziet iedereen meteen.Woedend is hij.Hij is al vlakbij school.Heeft niemand hem gezien met dat hart? Angstig kijkt hij rond.In de verte komt Mira met haar vriendinnen.Jasper rent een steeg in, daar staat hij stil.Opnieuw bekijkt hij de asbak.Als dat gisteren niet gebeurd was met die stomme Mira zou misschien niemand iets geks in die asbak gezien hebben, maar nu kan hij hem Ria onmogelijk cadeau geven.Zo kwaad is Jasper nog nooit geweest.Op zijn stomme moeder die zo’n stomme asbak koopt.Op de asbak.Op de klas.Op Mira.Met een grote zwaai smijt hij de rose asbak tegen de muur.Dan rent hij zo hard als hij kan weg van het hart, weg van de school, weg van huis.Hij weet nog niet waar naartoe.Dat ziet hij nog wel, straks, als hij niet boos meer is.WIM HOFMANHet huis bij de viersprong 3.Kringetjes uit het sleutelgatToen Jodi’s ogen een beetje aan het donker gewend waren, zag ze dat de hal vol voorwerpen stond.Ze zag een groot gietijzeren kanon dat op haar gericht was.Het zag er niet echt gevaarlijk uit, want in de loop stak een prop oude kranten.Er stonden veel meubels.Over sommige hingen witte doeken, zodat ze wel wat op dieren leken of spoken.Of misschien zaten er van die gemene kereltjes onder die tenen eraf beten en dan al het bloed uit je zogen.Jodi werd weer bang.Ach, zei ze bij zichzelf, dat zijn toch gewoon doodnormale meubels met lakens eroverheen.Ze lichtte een van de lakens op.Eronder stond een grote stoel met veel krullen en versieringen en leeuwekoppen eraan.Op de gebloemde zitting lag een boek.Toen ze dat wilde pakken, gleed het laken van de stoel.Jodi schrok daar zo van dat ze het boek liet vallen en ook nog tegen de stoel stootte.Daardoor viel er ergens anders weer iets om, een soort muziekstandaard, en toen klonk er een hoop lawaai: gebonk en gerinkel, en Jodi zag een heleboel beweging.Het was alsof de meubels toch een soort ijselijke beesten waren.Ze stond stokstijf van schrik en voelde dat ze kippevel kreeg, terwijl ze het toch warm had.En ze dacht dat ze een stem hoorde [ Pobierz całość w formacie PDF ]