[ Pobierz całość w formacie PDF ]
.‘Julie,’ zei ik, ‘je dwingt me zo om die foto van gisteren van jou in Newbury aan de politie te geven.’‘Nee,’ jankte ze weer.‘Maar ik kan jou helpen als jij mij helpt,’ zei ik zacht.‘Anders zal ik ook de andere foto’s naar Ewen moeten sturen.’ We wisten allebei wat er op die andere foto’s stond.Met dieven vangt men dieven, of, in dit geval: met afpersers vangt men afpersers.‘Nee, alsjeblieft.’ Ze smeekte me.‘Vertel me dan wie het geld heeft.’‘Kan ik je niet op een andere manier terugbetalen?’ vroeg ze, terwijl ze het dekbed omlaagtrok, haar peignoir openmaakte en haar linkerborst liet zien.‘Nee,’ zei ik met klem, ‘dat kun je niet.’Ze bedekte zich weer.‘Julie,’ zei ik met mijn bevelstem, ‘dit is je laatste kans.Of je vertelt me wie het geld heeft, of ik bel de politie.’ Ze hoefde niet te weten dat ik dat absoluut niet van plan was.‘Ik kan het je niet vertellen,’ zei ze wanhopig.‘Waar ben je bang voor?’ vroeg ik.‘Nergens voor.’‘Maar je beweerde dat het maar een spelletje was,’ zei ik.‘Heeft hij je dat wijsgemaakt?’ Ik wachtte even.Ze gaf geen antwoord.‘Heeft hij je gewoon gevraagd om elke week iets voor hem uit de postbus te halen?’ Ik zweeg weer.Er kwam opnieuw geen antwoord, maar ze begon weer te snikken.‘Heeft hij je gezegd dat je niet gepakt kon worden?’ Ze gaf een licht knikje.‘Maar nu is dat wel gebeurd.’ Ze knikte weer, de tranen biggelden over haar wangen.‘En je wilt me niet vertellen wie het was.Dat is niet zo slim, weet je.Straks krijg jij de schuld van alles.’‘Ik wil niet naar de gevangenis,’ snotterde ze, net als mijn moeder.‘Dat hoef je ook niet,’ zei ik.‘Als je me vertelt aan wie je het geld hebt gegeven, zal de rechter je vast niet naar de gevangenis sturen.’ In ieder geval niet voor al te lange tijd, dacht ik.Zeker niet voor het maximum van veertien jaar.Ik merkte dat ze het nog steeds niet wilde zeggen.Was het uit angst, vroeg ik me af, of uit een misplaatst gevoel van loyaliteit?‘Hou je van hem?’ vroeg ik haar.Ze keek me aan, nog steeds in tranen.Maar ze knikte.‘Waarom doe je dít dan?’ Ik gebaarde met mijn arm naar haar, naar het bed en naar het rijzweepje dat nog steeds op de plek lag waar ze het had neergesmeten.Ze had zich niet bepaald gedragen alsof ze smoorverliefd op iemand was.‘Uit gewoonte, denk ik,’ zei ze zachtjes.Mooie gewoonte, dacht ik.‘Houdt hij van je?’ vroeg ik.‘Hij zegt van wel,’ zei ze, maar ik proefde enige aarzeling in haar stem.‘Maar je bent er niet zo zeker van?’ vroeg ik.‘Nee.’‘Waarom bescherm je hem dan in vredesnaam?’ Ze gaf me geen antwoord.‘Goed,’ zei ik ten slotte.‘Zeg niet dat ik je niet heb gewaarschuwd.’ Ik pakte mijn mobiele telefoon uit mijn zak.‘En ik weet zeker dat Ewen die foto’s van jou heel interessant zal vinden.Is hij op de hoogte van je geheime, chanterende minnaar? Dat zal nu snel het geval zijn.’Ik klapte mijn telefoon uit en liet haar zien hoe ik het alarmnummer intoetste.De telefoon liet telkens als ik een toets had ingedrukt braaf een piepje horen.Daarna hield ik de telefoon tegen mijn oor.Ze hoefde niet te weten dat ik niet ook de beltoets had ingedrukt.‘Hallo,’ sprak ik tegen de dode telefoon.‘De politie, alstublieft.’ Ik glimlachte naar Julie.‘Dit is je laatste kans,’ zei ik.‘Goed dan,’ schreeuwde ze.‘Oké.Ik zal het je vertellen.’‘Sorry,’ zei ik weer tegen de dode telefoon.‘Er was een misverstand.Alles is nu weer in orde.’ Ik klapte mijn mobieltje dicht.‘Wie is het?’ vroeg ik.Ze zweeg.‘Kom op,’ zei ik en ik klapte mijn telefoon weer open.‘Zeg het.Aan wie heb je het geld gegeven?’‘Alex Reece,’ zei ze langzaam.‘Wat?’ zei ik, perplex.‘Die rattige accountant?’‘Alex is geen rat,’ zei ze verdedigend.‘Hij is een schat.’Ik dacht terug aan de uren dat ik geketend aan een muur had gehangen en kon het niet met haar eens zijn.‘Het waren dus Alex en jij die me aan een muur geketend wilden laten creperen?’ Ik was opeens razend en dat was te merken.‘Nee,’ zei ze.‘Natuurlijk niet.Waar heb je het in godsnaam over?’‘Je wilde me laten sterven door uitdroging.’Ze was geschokt.‘Ik heb echt geen idee waar je het over hebt.’‘Hij vertelde je zeker dat hij terug zou komen om me vrij te laten?’ vroeg ik, mijn woede amper bedwingend.‘Hij heeft me daar helemaal niets over gezegd,’ zei ze.‘Maar heb je hem geholpen om mij te ontvoeren?’ schreeuwde ik tegen haar.‘Hou op, Tom,’ smeekte ze.‘Je maakt me bang.En ik weet echt niet waar je het over hebt.Ik heb nog nooit van mijn leven iemand ontvoerd, en zeker ook nooit iemand aan wat dan ook geketend.Dat zweer ik je.’‘Waarom zou ik je geloven?’ vroeg ik.Maar ik had de angst in haar ogen gezien en ik geloofde haar.Maar als zij niet had geholpen om mij te ontvoeren en te ketenen, wie dan wel?Of zou Alex Reece, de afperser van mijn moeder, toch niet dezelfde persoon zijn als mijn belager?Julie kon me verder weinig vertellen.Ze haalde het pakketje alleen maar op uit de postbus in Newbury als Alex Reece dat niet zelf kon doen, en ze wist niet eens hoeveel geld erin zat.Toen we uiteindelijk naar de keuken beneden gingen en ze het pakketje uit haar handtas haalde, kon ze haar ogen nauwelijks geloven toen ik er de tweeduizend pond uit trok.‘Het is geen spelletje,’ zei ik.‘Elke week tweeduizend pond is geen spelletje.’‘Maar ze kan het missen,’ zei Julie strijdbaar.‘Nee, dat kan ze niet.En waarom zou het een verschil maken als ze dat wel kon?’‘Alex zegt dat het gewoon een herverdeling van de rijkdom is,’ zei ze.‘En dan is het zeker geoorloofd?’Ze zei niets.‘Stel dat ik jouw gloednieuwe bmw steel om “de rijkdom te herverdelen”?’ vervolgde ik.‘Haal je dan je schouders op? Of bel je de politie?’‘Alex zegt.’ begon ze.‘Het kan me niet schelen wat Alex zegt,’ onderbrak ik haar schreeuwend.‘Alex is niets meer dan een ordinaire dief, en kon jou goed gebruiken.Hoe eerder je dat beseft, hoe beter het voor je is.En anders beland je met hem in de beklaagdenbank, en daarna in de gevangenis.’En nu werd het tijd dat ik meneer Alex Reece ontmoette, dacht ik, en ik zou wel zorgen dat hij míj niet zou gebruiken.‘Waar en wanneer zou je het pakketje aan Reece moeten geven?’ vroeg ik.‘Hij komt morgen terug.’‘Waarvandaan?’vroeg ik.‘Gibraltar,’ antwoordde ze.‘Hij is daar op dinsdag met de Garraways heen gegaan.’Hij was dus niet degene geweest die op donderdagavond de poort van Greystone Stables openmaakte.‘Wanneer zou je hem het pakketje moeten geven?’ vroeg ik weer.Ze wilde het me duidelijk niet vertellen, maar ik stond naast haar luidruchtig met mijn vingers op het werkblad te trommelen.‘Hij zei dat ik het maandag naar Newbury moest brengen,’ zei ze ten slotte.‘Waar in Newbury?’‘Er is een koffiebar in Cheap Street.Daar spreken we altijd op vrijdagochtend af.Behalve deze week natuurlijk, omdat hij weg was.’Godzijdank, dacht ik.‘Hebben jullie aanstaande maandag in de koffiebar afgesproken?’ vroeg ik.‘Ja,’ antwoordde ze.‘Om halfelf.’Die plek was veel te openbaar voor wat ik met hem van plan was.‘Verander het,’ zei ik.‘Regel dat hij het hier komt ophalen.’‘O, nee.Hij komt nooit hier.Dat weigert hij.’‘Waar ontmoeten jullie elkaar nog meer?’ Ik dacht dat een paar kopjes koffie in Newbury niet voldoende zouden zijn om haar andere verlangens te bevredigen.‘Bij hem thuis,’ zei ze, licht blozend.‘Waar is dat?’ vroeg ik ongeduldig.‘In Greenham,’ zei ze.Greenham was een dorp dat vrijwel geheel was opgeslokt door de immer uitdijende expansie van Newbury
[ Pobierz całość w formacie PDF ]