[ Pobierz całość w formacie PDF ]
.Mijn dochter en ik trekken door Amerika, van Alaska naar Florida, van Maine naar Californië en door alle plaatsen daartussenin, al vanaf dat ze een jaar of twee was.Ze zeggen dat het leven niet bestaat uit het aantal keren dat je ademhaalt, maar uit de dingen die je de adem hebben benomen.Een cliché, maar het is waar.We hebben zo veel gezien dat ik hier onmogelijk alles kan noemen: we hebben buitruggen uit het water zien springen voor de kust van Washington, zijn gaan strandjutten in Florida na een orkaan, hebben de zon bij de Alamo zien opgaan en bij Gettysburg zien ondergaan.Samen hebben we een krans gelegd op de militaire begraafplaats Arlington en de geiser Old Faithful in het Yellowstone-park gezien en dat allemaal voor de prijs van een volle tank en de parkeermogelijkheden bij Walmart.Het reizen zit mijn dochter in het bloed.Ze heeft geleerd zich snel aan te passen aan een nieuwe omgeving en een ander licht, met niet meer dan een zacht kussen en een goed boek.Leren lezen en schrijven ging vanzelf, door onderweg nummerborden te ontcijferen en een woordenschat op te bouwen met termen als afrit, benzine, eten en motel.Ze is zo leergierig, de motor van haar hersenen draait op volle toeren en ze zal al snel beter kunnen schrijven dan haar vader.Onlangs vroeg ze me waarom niet iedereen een camper heeft.Hoe kunnen mensen tevreden zijn in een huis op één vaste plek, dat alleen een overstroming van zijn plaats kan krijgen? Waarom willen mensen hun hele leven in dezelfde omgeving blijven en verkassen ze vrijwel nooit? Het komt niet bij haar op dat iemand gelukkig kan zijn in een bestaan op de grond waar hij geboren is of een zelfgekozen plek.Zit er niet ook een vleugje ironie in haar woorden? Want zelf heeft ze vaste grond onder de voeten gekregen te midden van de beweging, op het subtiele ritme van het verkeer, op zoek naar een veranderlijke bestemming.Ik heb de afgelopen jaren zoemende banden gehoord, gierende remmen en vrachtauto’s die voorbijzoeven in de regen.Vogels die kwetterend zoeken naar voedsel op parkeerplaatsen langs de weg.Maar een geluid dat ons vreemd is, is het kloppen van een mensenhart.Niet het bonken van het orgaan in de borstkas, maar het geluid van hoop dat er vanuit gaat.Ik hoor het in elk woord, bij elke beslissing en elke weg die we inslaan of voorbijrijden.Luisteren naar het hart is iets zeldzaams.We nemen genoegen met klinkers en medeklinkers, reageren op een x of een o, op de enen en nullen van de spraak en de bouten en moeren van zinnen, maar die vertellen ons verder niets over wat vanbinnen zit.In een poging om te luisteren naar wat er zich onder de oppervlakte afspeelde, heb ik moeilijke dingen gehoord.Verwijtende stemmen uit het verleden.Afkeurende woorden van mensen op wie ik vertrouwde.En daarbovenuit klonk de vragende stem van mijn dochter, die mij duidelijk maakte dat mijn route naar innerlijke vrede weinig uitvalswegen kent.Door aandachtig te luisteren, heb ik ingezien dat thuis niet te maken heeft met een ruimte, niet met beweging en actie, maar met kilometers hart.Ik ben geen schilder, en ook geen woordkunstenaar.Ik ben al lange tijd geen minnaar geweest, en geen volhouder.Ik kan niet zingen, ik schrijf geen liedjes, zet de vuilnisbak niet buiten en ik heb geen baan van negen tot vijf.Sterker nog, ik kan mijn leven veel beter omschrijven door te zeggen wat ik niet ben.Wat ik bovenal niet heb, is een huis.Ik bezit niet meer dan een bed op wielen, geen thuis maar een rustplaats die altijd weer op een andere plek kan worden gestald.Een draagbaar matras voor als ik uitgeput ben.De romantiek van de weg begon te verflauwen zodra ik besefte dat mijn dochter groter werd en niet altijd bij mij zou blijven.Dat was een flinke schok.Door haar ontwikkeling heb ik ingezien dat mijn hart ongeneeslijk rusteloos is, met slechts de rust van een zonsondergang onderweg en de troost van een stofwolk boven een korenveld.Ik zwoeg en ploeter over de drukke lanen van de ziel, in verwondering ronddwalend door het verleden, met één wiel in het heden en vol angst voor de toekomst.Langzaamaan neem ik afstand van die kleine illusies waarmee ik mijzelf kenschets en die mijn rondtrekkend bestaan bepalen.Het leven van een trekvogel mag er idyllisch uitzien van een afstandje, maar wie dichterbij komt, ziet steeds duidelijker hoe benauwd de kleine ruimte is die wij ons huis noemen en dat het linoleum loslaat in de hoeken.Wie wil daarvoor zijn luxe flat-screen-tv en het gemak van zijn wasdroger opgeven?De kleinste illusie die nog standhoudt, is dat er een moment zal komen van arriveren, een moment waarop ik de sleutel voor de laatste keer zal omdraaien, uit het slot zal nemen en het erop zit.Dat ik thuis zal zijn.Ik ben tot de overtuiging gekomen dat dat in dit leven niet zal gebeuren.Er zal altijd een gevoel zijn van beweging, een streven, een drang om weer verder te gaan.Op het oog lijkt het dat de overwinteraars uit het noorden in Florida het einde van hun reis hebben bereikt en alleen nog maar wachten.Maar wie ooit heeft geprobeerd om zo’n groep bejaarden voor te zijn in een buffetrestaurant, weet wel beter [ Pobierz całość w formacie PDF ]